De lente is een drukke tijd voor vogels omdat het broedseizoen aan de gang is. Vogels zullen veel energie verbruiken om hun vogel nest te bouwen, hun territorium te verdedigen, eieren te leggen, uit te broeden en hun jongen groot te brengen. Vogels die vanuit warmere klimaten in Nederland zijn aangekomen, hebben veel energie verbruikt tijdens hun migraties en moeten bijtanken voordat ze beginnen met broeden.
Bijvoeren in de lente
Het voedsel dat je jouw tuinvogels geeft, kan een grote invloed hebben op hun voortplantingssucces en het overleven van hun jongen. Hoewel er natuurlijk voedsel in de lente aanwezig is, kan er een tekort zijn als de winter lang, nat of erg koud is geweest. Daarom is het logisch om de vogels in de lente te blijven voeren als je ze in de winter hebt gevoerd, zodat ze geen energie hoeven te verspillen en op zoek moeten gaan naar nieuwe voedselbronnen.
Meelwormen kopen
Meelwormen zijn een goede eiwit- en energiebron voor vogels in het voorjaar, vooral als de grond nog hard is en vogels moeite hebben om insecten en wormen uit de grond te halen. Je kunt ze levende of gedroogde meelwormen aanbieden, apart of gecombineerd in een zadenmix. Zodra de kuikens zijn uitgekomen, is het beter om gedroogde meelwormen te weken of klein te maken om te voorkomen dat de jonge vogeltjes erin stikken.
Vetproducten in het voorjaar
Wees voorzichtig met vet in het voorjaar, want op warmere dagen kan het vet smelten en ranzig worden. Gesmolten vet kan ook op de veren van vogels belanden, waardoor het moeilijker voor de vogels kan zijn om hun veren schoon te houden. Op koelere dagen kun je vetbollen of mezenbollen gerust laten staan, deze zorgen voor een broodnodige energie boost voor jouw tuinvogels. Verwijder wel even alle netten van de vetbollen, aangezien vogels met hun pootjes of snaveltjes er verstrikt in kunnen raken, wat kan leiden tot letsel of zelfs de dood.
Zadenmixen
Zadenmixen en strooivoer zijn het hele jaar door fantastisch vogelvoer. Pas op met het kopen van goedkoper vogelvoer dat veel vulstoffen kan bevatten, zoals tarwe of maïs, die weinig voedingswaarde toevoegen. Kies in plaats daarvan onkruidvrij strooivoer, of een mix van gepelde zaden, noten, cranberry’s, pinda’s en meelwormen.
Pinda’s
Het is mogelijk om vogels tijdens het broedseizoen te voeren met pinda’s. Hiervoor kun je gepelde pinda’s kopen, hele pinda’s in stukjes hakken of een vogel voerbak van staal gaas gebruiken waar alleen kleine stukjes pinda uitgepikt kunnen worden. Het is belangrijk om te voorkomen dat de jonge vogeltjes stikken in grote stukken noot, dus idealiter is de voerbak voorzien van gaatjes van ongeveer 6 mm. Koop je pinda’s bij The bird family®, zodat je verzekerd bent van aflatoxine vrije pinda’s en geen pinda’s koopt die bedoeld zijn voor menselijke consumptie.
Vogelpindakaas
Vogelpindakaas is tegenwoordig ook erg populair om aan vogels te voeren, omdat het makkelijk in gebruik is en geen rommel achterlaat. Koop een speciaal samengestelde vogelpindakaas en gebruik geen pindakaas die voor menselijke consumptie bedoeld is, omdat deze veel zout en aflatoxine kan bevatten.
Fruit
Fruit, zoals bananen, druiven, appels, peren, bessen en rozijnen, is een goede energiebron voor vogels in het voorjaar, vooral voor vogels die op de grond eten. Vogels eten graag fruit dat overrijp, gekneusd of beschadigd is, ideaal, want dat is het fruit wat wij liever niet eten.
Was het fruit om eventuele pesticiden op de schil te verwijderen en snijd het in kleine stukjes. Je kunt het fruit op de grond of in een grondvoer uitstrooien. Kinderen kunnen plezier beleven aan het maken van feestelijke vogelvoerslingers die je over struiken of bomen kunt draperen om de vogels in je tuin te verwennen. Op warmere dagen kan het fruit gaan rotten of gisten, dus verwijder alle stukken fruit die niet worden opgegeten.
Water
Uiteraard is het ook belangrijk om altijd te zorgen voor een verse voorraad water in je tuin, vooral als ze in je tuin nestelen. Water in de buurt betekent dat ze niet te ver van het nest hoeven te gaan om te drinken en te baden, waardoor hun eieren of jongen onbeschermd zijn tegen roofdieren.
Zorg er altijd voor dat je vogelvoeders en vogelbaden schoon houdt. Veeg eventueel gevallen voedsel aan het einde van elke dag op en verwijder al het voedsel dat ranzig of bedorven is. Je moet je vogelvoeders minstens één keer per week grondig wassen en desinfecteren om de verspreiding van ziekten te voorkomen.