Smaken verschillen – elke vogel zo zijn eigen voer

Net zoals wij mensen niet allemaal hetzelfde zijn en niet allemaal van dezelfde dingen houden, zo zijn onze tuinvogels ook erg verschillend. De één is een echte vleeseter, de ander houdt het liever vegetarisch en eet noten en zaden. En dan rijst al snel de vraag; wie eet wat? We zetten het even op een rijtje.

Fruit als vogelvoer

Wat: fruit, cranberries, lijsterbessen, krenten/ rozijnen en alle soorten bessen.

Wie: zwarte kraai, kauw, ekster, merel, kramsvogel, koperwiek, zanglijster, spreeuw en grote lijster

Waar: op de grond, op een open plek met beschutting dichtbij en in de winter natuurlijk sneeuwvrij.

Vetbollen en pinda’s als vogelvoer

Wat: mezenbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda’s, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten.

Wie: koolmees, pimpelmees, matkop, kuifmees, zwarte mees, staartmees, groene specht en halsbandparkiet

Waar: op de voedertafel, voederbuis, opgehangen in bomen of struiken.

Ongezouten pinda’s en noten als vogelvoer

Wat: ongezouten pinda’s voor vogels, of noten, vetbollen, zonnebloempitten, kaas zonder korst.

Wie: specht, boomklever, boomkruiper en gaai

Waar: op een rustige plek, eventueel vastgemaakt aan een boomstam.

Zaden en insecten als vogelvoer

Wat: zaden, gemengd strooivoer, meelwormen, zonnebloempitten.

Wie: huismus, ringmus, sijs, distelvink, vink, keep, groenling, appelvink, houtduif en Turkse tortel

Waar: op de grond, voedertafel, voedersilo.

Universeel voer voor vogels

Wat: universeel voer, bessen, gedroogde meelwormen, broodkruimels, maden en larven, ongekookte havermout.

Wie: winterkoninkje, heggenmus en roodborstje

Waar: op de grond, in de winter natuurlijk sneeuwvrij, of eventueel beschut onder een heg of struik.

Vogels voeren met een voederplank of voederhuisje

Van nature zijn de meeste vogels gewend om hun voedsel op de grond bijeen te scharrelen. Ze zoeken het liefst onder struiken en heggen zodat ze bij gevaar snel een veilige plek kunnen vinden.

Een voederplank is een mooi alternatief. Het is gemakkelijk toegankelijk en open van structuur. Meestal staan de randen iets op, waardoor het voer goed blijft liggen en zijn er openingen voor de afvoer van regenwater.

Het voordeel van een voederhuisje is juist weer dat het voer mooi droog blijft. Handig voor in de winter tegen regen en sneeuw. Zorg er in ieder geval voor dat er geen kat bij kan. Een voederplank of vogelhuisje plaats je het best op een hoogte van anderhalve meter.