Ieder voorjaar is het weer genieten van de kwetterende tuinvogeltjes in je tuin. Helemaal als je ze je tuin gevonden hebben als een voedselrijke bron. Maar kan jij de kleine tuinvogels in je tuin herkennen? En wat zijn eigenlijk de meest voorkomende vogels in Nederland? Welke tuinvogels worden met uitsterven bedreigd en hoe kan jij ze helpen overleven? Komen alle tuinvogels in heel Nederland voor? In dit artikel zullen deze en meer vragen beantwoorden zodat jij na het lezen alles weet over de tuinvogeltjes in Nederland!
Broedvogels, trekvogels, standvogels en deeltrekkers
Wanneer we het over over Nederlandse tuinvogels hebben, hebben we het over broedvogels. Broedvogels zijn vogels dat tijdens het broedseizoen in nederland nest. Van de broedvogels zijn er een groot aantal trekvogels, deze vertrekken in de koude wintermaanden naar warmere oorden. Voorbeelden van Nederlandse broedvogels die in de winter vertrekken zijn de nachtegaal, de Tjiftjaf, en de huiszwaluw.
Standvogels
De vogels die hier blijven noemen we de standvogels, zij kunnen de kou van de Nederlandse winters aan (zeker als ze een handje geholpen worden met strooivoer of vetblokken). Voorbeelden van standvogels zijn de merel, de huismus, de zwarte kraai, de specht en de ekster.
Deeltrekkers
Tot slot is er nog een derde groep tuinvogels die zich opsplitsen, de zogeheten deeltrekkers. Een deel reist af naar het warme zuiden, terwijl een ander deel in Nederland blijft om te overwinteren. Een voorbeeld hiervan is het roodborstje. De vrouwtjes en jongen trekken naar het zuiden, terwijl de mannetjes de kou in ‘het noorden’ trotseren. Ook vinken en spreeuwen zijn deeltrekkers.
Wat zijn de meest voorkomende tuinvogels in Nederland?
Ongetwijfeld kan jij onze huisvogelvriend, de huismus, herkennen en de wat minder populaire spreeuw wellicht ook, maar kan jij ook de kleine tuinvogels herkennen in je tuin? Om je een handje te helpen geven we hieronder een opsomming van de tien meest voorkomende (tuin) vogels in Nederland.. Dankzij de cijfers van ”Samenwerkende Organisaties Vogelonderzoek Nederland” (Sovon) kunnen we hieronder ook een schatting weergeven van de aantallen vogels die in Nederland leven.
1. Merel
Aantal: 650.000 – 1.100.000
De meest voorkomende vogel in Nederland is de merel ofwel de Turdus Merula. Helaas nemen de aantallen van deze prachtige zangvogel snel af, deels door het Usutu-virus dat overgebracht is door muggen alsmede door de steeds warmere en drogere zomers. Hierdoor kan de merel een stuk minder wormen vinden om hun jongen te voeren.
Je kunt de merel een handje helpen door bijvoorbeeld levende of gedroogde meelwormen aan te bieden in je tuin of in een voederhuisje.
2. De Huismus
Aantal: 600.000 – 1.000.000
Op de tweede plek vinden we de huismus, die, ondanks dat ze in aantallen de laatste twee decennia van de vorige eeuw bijna gehalveerd waren, nog steeds volop aanwezig zijn in Nederland. De Passer Domesticus heeft het wel moeilijk, vooral in stedelijke gebieden. Daarom staan ze, ondanks hun grote aantallen, ook gemarkeerd op de Rode lijst van de Nederlandse broedvogels als gevoelig, reden te meer om ook onze grote kleine vriend een handje te helpen in de koude wintermaanden. Naast de huismus zijn er ook andere mussen in nederland, zoals de ringmus, de grasmus en de roodmus. De roodmus is eigenlijk geen mus, maar een vink. Wel behoren ze allemaal tot de orde van zangvogels.
3. Spreeuw
Aantal: 450.000 – 750.000
Alhoewel een van de beduidend minder populaire tuinvogels door hun luidruchtigheid en agressie naar andere kleine tuinvogels, staat de spreeuw (de Sturnus vulgaris)stevig op de derde plek van meest voorkomende tuinvogels. Ook het aantal spreeuwen loopt de laatste 50 jaar gestaag terug, deels door de verstedelijking en het teruglopen van het aantal grasvelden, maar gelukkig kunnen we nog steeds de indrukwekkende spreeuwenzwermen aanschouwen.
4. Vink
Aantal 400.000 – 500.000
Mede door het natuurbehoud en de aanleg van nieuwe bossen en boomrijke gebieden gaat het met de vink in Nederland goed. Vinken eten meestal zaden en noten. Daar gebruiken ze hun korte sterke snavel voor. Vinken hebben grotere kaakspieren dan andere vogels. Deze zijn ook nodig, want vinken eten zaden en noten die heel hard zijn, als bijvoorbeeld beukennootjes.De aantallen en de broedplaatsen van de Fringilla coelebs zijn sinds het begin van deze eeuw stabiel en als je in of nabij een bosrijke omgeving woont is de kans groot dat je deze in je tuin kunt spotten. In de winter worden de nederlandse vinken vergezeld door miljoenen overwinteraars uit koudere gebieden dus als je ze een handje helpt met zaden of mezenbollen met zaden in de winter kan je ze ook in jouw tuin bewonderen!
5. Winterkoning
Aantal: 400.000 – 600.000
De winterkoning, beter bekend in de volksmond als ons winterkoninkje vanwege zijn geringe afmetingen is een van de kleinste tuinvogeltjes in Nederland. Met zijn 10 centimeter is hij niet alleen moeilijk te spotten, maar heeft hij ook moeite met overwinteren. Er is immers niet veel ruimte voor vetopslag om zichzelf warm te houden. Bijvoederen met mezenbollen of vetblokken wordt door de winterkoning dan ook meer dan gewaardeerd. En zeg nou zelf, wie kan er niet genieten van dit schattige tuinvogeltje? En dan heb je de Troglodytes troglodytes nog niet eens horen zingen, want dat kan hij als de beste!
6. Koolmees
Aantal: 375.00 – 625.000
Wie kent hem niet, de koolmees? Met zijn prachtige geel blauwe kostuum zijn deze tuinvogeltjes gemakkelijk te spotten. Ten onrechte wordt er daarom vaak gedacht dat ze gemakkelijk overleven. Gelukkig is de Parus major volop te vinden in bosrijke gebieden en verlenen ze de eiken een eervolle dienst door de eikenprocessierups te voeren aan hun jongen. Net als de mussen, behoren mezen tot de orde van zangvogels. En net als de mussen zijn ze klein, en hebben een krachtige snavel. Ze zijn handige klimmers en erg beweeglijk. Naast de koolmees behoren ook de pimpelmees, kuifmees, glanskop, zwartkop, en de zwarte mees tot de mezenfamilie.
7. Tjiftjaf
Aantal: 350.000 – 550.000
De Tjiftjaf is een wat minder herkenbare vogel dan de koolmees. Desalniettemin staat dit tuinvogeltje dat zijn eigen naam zingt, stevig op[ de derde plek. De Tjiftjaf is een trekvogel, en overwintert in de warmere gebieden als Noord Afrika. Deze zangvogel vertrekt dan weer huiswaarts als een van de eerste trekvogels en in Maart zijn de eerste Phylloscopus collybita weer in Nederland te spotten.
8. Houtduif
Aantal 250.000 – 500.000
De houtduif (Colunicaba palumbus) is niet overal even geliefd. Doordat de houtduif veel zaden kan opslaan in zijn krop, kan hij veel schade toepassen aan gewassen. Boeren zien de houtduif en zijn soortgenoten die in grote getalen uit Scandinavië komen, daarom ook liever gaan dan komen. De houtduif is ook de enige vogelsoort in nederland waarop (zij het in beperkte mate) mag worden gejaagd.
9. Wilde eend
Aantal: 200.000 – 300.000
In Nederland vind je vooral grondel eenden en duik eenden. Grondel eenden zoeken hun eten aan het wateroppervlak. Ze duiken weinig. De wilde eend behoort bij deze eendensoort. De wilde eend staat nog in de top tien, en ook al zul je hem niet zo snel in je tuin tegenkomen, het zijn immers waterdieren, is er reden om zorgen te maken over de Anas platyrhynchos. Zicht op de vermoedelijke oorzaak is er (nog) niet, maar sinds de jaren negentig van de vorige eeuw is de broedpopulatie en van de winteraantallen afgenomen met zo’n dertig procent. Reden genoeg om de eenden en vooral jonge eendjes bij een nabij gelegen vijver of rivier bij te voeren!
10. Fitis
Aantal: 150.000 – 250.000
De Fitis is de laatste broedvogel in de top tien van de meest voorkomende vogels in Nederland. Helaas gaat het ook met de Phylloscopus trochilus ook niet goed. De aantallen nemen jaarlijks af. In de winter zul je deze geelgroene insecteneter niet zien, want deze trekvogel overwintert lekker warm ten zuiden van de Sahara. Mocht je onverhoopts een Fitis spotten in Augustus of September dan is dat een van zijn soortgenoten uit Scandinavië die in Nederland een tijdelijke stop maken om aan te sterken voor de lange trek. In Maart kan je de Fitis weer in je tuin waarnemen.
Andere broedvogels in Nederland
Naast deze 10 meest voorkomende vogels in Nederland zijn er natuurlijk nog meer vogels in ons land te vinden. Al zul je ze niet zo snel in je tuin aantreffen zijn er ook uilen, en in mindere mate, valken te vinden, zoals de torenvalk. Vliegenvangers daarentegen kan je wel in je tuin aantreffen. Alhoewel schaarser in omvang dan mezen of vinken, zijn vliegenvangers als de grauwe vliegenvanger en de bonte vliegenvanger in verschillende delen van Nederland te vinden. En misschien wel de meest bekende vliegenvanger, het roodborstje, laat zich graag bijvoederen met (gedroogde) insecten als gedroogde meelwormen en Black Soldier Fly meelwormen.
Bezoekende tuinvogels
Verder kan je tuin regelmatig bezocht worden door tal van vogels die ons land bezoeken. De bekendste bezoeker is wellicht de zwart witte ekster, maar ook lijsters, duiven, gorzen, gaaien, spotvogel, boomkruipers, boomklevers, kwikstaarten, zwaluwen en kraaien brengen regelmatig een bezoekje aan de talrijke tuinen in Nederland.
De boerenzwaluw.
Welke vogels worden in Nederland met uitsterven bedreigd?
Door de toenemende verstedelijking en de stijgende populaties neemt het aantal broedvogels in Nederland steeds meer af. Eens in de 10 jaar wordt de Nederlandse rode lijst van broedvogels opgemaakt door Sovon Vogelonderzoek Nederland in opdracht van het Ministerie van Landbouw, natuur en voedselkwaliteit. Op deze lijst wordt vermeld welke vogelsoorten gevaar lopen om op Nederlands grondgebied uit te sterven of op een andere manier in de gevarenzone verkeren. Helaas staat er al 44% van alle broedvogels in Nederland op deze lijst.
Naast de bedreigde soorten staan er op de rode lijst ook beschermingsmaatregelen om zodat het aantal weer kan toenemen. Overheden, en organisaties betrokken bij milieu en het beheer van landschappen in Nederland houden bij het opstellen van hun doelen, rekening met deze beschermingsmaatregelen. Hierdoor kan het aantal bedreigde vogelsoorten in de loop der jaren afnemen en wordt er effectief gewerkt aan de bescherming van de vogelsoorten in Nederland.
In totaal staan er 87 vogelsoorten die in Nederland broeden of hebben gebroed. En alhoewel er in de loop der jaren enkele soorten verdwenen zijn, nemen anderen weer in aantal toe.
Veranderingen op de rode lijst zeggen iets over de effectiviteit van het nationale natuurbeleid. Door verdwijnende landschappen en door de verstedelijking is het bijna onmogelijk om alle soorten broedvogels op de lijst in aantallen te doen laten toenemen. Wel kunnen er bepaalde natuurgebieden zo ingericht worden dat de populatie van bepaalde broedvogels niet helemaal verdwijnt en er nieuwe soorten bijkomen, hetzij in kleine getalen, zoals de kraanvogel en zeearend.
De klapekster, een van de verdwenen vogelsoorten in Nederland.
Komen alle tuinvogels in heel nederland voor?
Zoals je hierboven al gelezen hebt zijn de meest voorkomende vogels in Nederland de merel, huismus, spreeuw, vink, tjiftjaf, koolmees, winterkoning, fitis, houtduif en de wilde eend. Uiteraard komen deze vogels niet allemaal in heel Nederland voor. Tuinvogeltjes als de winterkoning en de vink verblijven het liefst in bosrijke gebieden, dus als je in de randstad woont is de kans klein dat je deze in je tuin zult aantreffen. Andere vogels als de koolmees en natuurlijk de huismus zijn veel meer geïntegreerd in het stadsleven en zul je dan ook vaker hier zien. Uiteraard bepalen de verschillende landschappen in Nederland ook waar welke vogels leven.
Hoewel de meeste vogels het liefst in natuurlandschappen verblijven zoeken ze ook vaak woongebieden op. In de winter om voedsel te vinden, in de zomer of voorjaar om een geschikte broedplaats te vinden en voeding om hun jongen te voeren. De vogels die jij in je tuin kunt aantreffen is dan ook vaak afhankelijk in wat voor omgeving je woont. Woon je in de heuvellandschappen van Limburg is de kans dat je bosvogels als vinken en spechten, vaker in je tuin aantreft dan vogels die bij voorkeur in of nabij duingebieden leven als bijvoorbeeld de grasmus, de bonte specht, houtduif, of een zanglijster.
Een zingende zanglijster.
Hoe krijg je (meer) vogels in je tuin?
Wil je meer tuinvogels in je tuin aantrekken? Zorg dan dat je tuin niet te goed onderhouden is, zodat de natuur zijn werk kan doen, blaadjes, takjes en natuurlijke resten trekken insecten aan, die op hun beurt weer meer vogeltjes naar je tuin lokken. Vogels zijn gek op insecten. Heb jij liever een opgeruimde tuin? Je kunt er dan ook voor kiezen insecten als gedroogde meelwormen of Black Soldier Fly meelwormen te voeren aan de vogels.
Zorg het gehele jaar door voor vogelvoer in je tuin
Vogels zijn altijd op zoek naar voer. En hoewel ze het juist in de wintermaanden hard kunnen gebruiken is het raadzaam als je meer tuinvogeltjes in je tuin wilt, om ze het hele jaar door te voeren. Je kunt dit op vele verschillende manieren doen. Er zijn tegenwoordig vele verschillende soorten vogelvoer op de markt. Je kunt kiezen voor strooivoer, zadenmixen, gedroogde insecten, pindaslingers en in de koude wintermaanden doen ze zich maar al te graag tegoed aan vetbollen en vetblokken.
Een bonte specht die zich tegoed doet aan vetbollen.
Pas het voer aan op de soort vogel
Zoals hierboven beschreven zijn er tegenwoordig vele soorten vogelvoer op de markt. Om te voorkomen dat bepaalde soorten vogelvoer onaangetast blijven en ander ongedierte aantrekken, is het van belang om eerst na te gaan welke vogeltjes in jouw tuin verblijven. Trek er gerust een uurtje voor uit om de vogels in je tuin te spotten. Heb je bijvoorbeeld veel mezen in je tuin? Dan kun je kiezen voor bijvoorbeeld vetbollen, zonnepitten of pindablokken. Heb je meer mussen, vinken of groenlings in je tuin? Dan kun je het beste voor zonnepitten, premium pinda’s, voedertafelmix of onkruidzaden kiezen.
Hieronder volgt een klein overzicht van de andere tuin vogeltjes die zich regelmatig laten zien in de Nederlandse tuinen en waarmee zij het liefste gevoerd worden. Spot jij een van deze vogels in je tuin, weet je meteen wat je ze kunt geven om ze vaker naar jouw tuin terug te laten keren.
- Merel, koperwiek, kramsvogel, spreeuw en zanglijster: krenten en rozijnen, bessen, broodkruimels en voedertafelmix.
- Winterkoning, heggenmus en roodborst: meelwormen, voedertafelmix, havermout en broodkruimels.
- Specht, boomkruiper en boomklever: ongezouten pinda’s, vetbollen, pindablokken en zonnepitten.
Zorg voor verschillende voederplekken in je tuin
Verschillende vogels geven de voorkeur aan verschillende voederplekken, waar bijvoorbeeld de kleine tuinvogeltjes als een boomklever, koolmees of roodborstje, het liefste eten vanuit een voersilo of een vogel voederhuisje, zal je de grotere soorten, als merels of spreeuwen vaker strooivoer van de grond zien eten of zich tegoed doen aan een pindaslinger met dop. Creëer ook beschutte plekjes in je tuin waar je de vogels kan voeren, plekken die dichtbegroeid zijn en schaduwrijk trekken ook veel vogeltjes aan.
Je zult merken als je met regelmaat vogelvoer aanbiedt in je tuin, je steeds meer vogels aantrekt. Vogels onthouden de plekken waar makkelijk voedsel te vinden is en de kans dat ze daar in de zomer gaan broeden wordt ook aanzienlijk groter. Als je geen grote bomen of weinig beschutting in je tuin hebt kan je er ook voor kiezen een of meerdere nestkastjes in je tuin te plaatsen. Je kunt dan de hele zomer genieten van de gevleugelde vriendjes in je tuin!