Alles uit eigen voorraad leverbaar
✅ Beoordeeld met een 9.7
✅ Top service
✅ Gratis verzending NL/BE vanaf €35
Zwarte vogel op herfstbladeren met insect en regenworm.

De Merel in je tuin

De merel is ongetwijfeld een van de bekendste vogels in Nederland en vormt een onmiskenbaar onderdeel van ons dagelijks leven. De merel (Turdus merula) is een middelgrote zangvogel uit de familie Turdidae (lijsters). Dit artikel is geschikt voor vogelliefhebbers, tuiniers en iedereen die meer wil weten over deze vertrouwde Nederlandse zangvogel. In dit artikel lees je alles over de herkenning, het gedrag, de ecologische rol en bescherming van de merel. Als talrijkste broedvogel van het land hoor je hun melodieuze zang vanaf de vroege ochtend door tuinen, parken en zelfs drukke groene buitenwijken. Deze opmerkelijke zangvogel heeft zich uitzonderlijk goed aangepast aan het moderne stadsleven en is uitgegroeid van een verlegen bosvogel tot een zelfverzekerde stadsbewoner die zonder moeite broodkruimels komen stelen bij terrasjes.

De merel komt voor in bijna elk Europees land en is daar een algemene soort, maar IJsland is het enige Europese land waar de merel zeldzaam is.

Een volwassen mannelijke merel met een zwart verenkleed en een felgele snavel zit op een tak, omringd door groene bladeren. Deze bekende inheemse vogelsoort, die vaak in de Nederlandse buitenwijken voorkomt, is een van de talrijkste broedvogels in Europa.

De wetenschappelijke naam Turdus merula verraadt dat deze vogel behoort tot de familie van echte lijsters, een groep die door heel Europa en grote delen van Azië voorkomt. Merels zijn omnivoren en hun dieet bestaat uit insecten, wormen, bessen, fruit en slakken. In Nederland zijn merels beschermd als inheemse vogelsoort onder zowel de Nederlandse wetgeving als de Europese Vogelrichtlijn, wat hun belangrijke ecologische rol onderstreept in onze natuurlijke ecosystemen.

Wat is een Merel?

De merel (Turdus merula) is een middelgrote zangvogel uit de familie Turdidae (lijsters). De merel is een middelgrote zangvogel uit de familie Turdidae en staat bekend als de meest voorkomende broedvogel in Nederland. Met de wetenschappelijke naam Turdus merula behoort deze soort tot de echte lijsters en heeft een opmerkelijke verspreiding die zich uitstrekt over heel Europa, delen van Azië en Noord-Afrika.

In tegenstelling tot veel andere vogels die Nederland voorkomen als trekvogels, is de Nederlandse populatie merels voornamelijk standvogel. Dit betekent dat ze het hele jaar door in ons land blijven en niet migreren naar warmere oorden tijdens de winter. De merel komt in het voorjaar in heel Nederland voor, terwijl in andere Europese landen de merel afhankelijk van het seizoen als standvogel of trekvogel voorkomt. Deze eigenschap heeft bijgedragen aan hun succes als cultuurvolger en verklaart waarom ze zo’n vertrouwde verschijning zijn geworden in onze tuinen en steden.

De populatie merels in Nederland wordt geschat op meer dan één miljoen broedparen, waardoor ze niet alleen talrijk zijn, maar ook een cruciale rol spelen in het ecosysteem als verspreiders van zaden en controllers van insectenpopulaties.

Herkenning en Uiterlijk van de Merel

Het herkennen van merels is relatief eenvoudig zodra je de verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes kent. De seksuele dimorfisme bij deze soort is opvallend en maakt identificatie zelfs voor beginnende vogelkijkers toegankelijk.

Merels met zwart verenkleed en felgele snavel

Een volwassen mannetje is onmiskenbaar met zijn volledig zwarte verenkleed dat in het zonlicht een diepe, glanzende zwarte kleur toont. Het meest opvallende kenmerk is de felgele tot oranje snavel, gecombineerd met een karakteristieke gele oogring die scherp contrasteert met het donkere verenkleed. Deze kleuren worden intensiever tijdens het broedseizoen, wanneer mannetjes hun territoria verdedigen en partners proberen aan te trekken.over

Een vrouwelijke merel met een bruin verenkleed zoekt naar voedsel op de grond, omringd door droog gras en rottende bladeren in een groene buitenwijk. Deze beschermde inheemse vogelsoort, bekend als turdus merula, is een van de talrijkste broedvogels in Nederland.

Vrouwelijke Merel

Het vrouwtje broedt met een geheel andere verschijning dan het mannetje. Vrouwtjes hebben een donkerbruin verenkleed met een opvallend lichtere borst dan het mannetje, en een lichter gekleurde keel, vaak met subtiele vlekking. De snavel is donkerbruin in plaats van geel, en de algehele kleuring biedt betere camouflage tijdens het broeden. Deze meer gedempte kleuren helpen het vrouwtje onopvallend te blijven wanneer ze op het nest zit.

Jonge Merels

Jonge merels lijken sterk op het vrouwtje, maar zijn lichter gekleurd en hebben een meer gevlekt uiterlijk. Hun verenkleed is donziger en minder strak dan dat van volwassen exemplaren. Jonge mannetjes ontwikkelen geleidelijk hun karakteristieke zwarte kleur en gele snavel, een proces dat enkele maanden in beslag neemt. Tijdens deze overgangsperiode kunnen ze er vlekkerig uitzien met een mix van bruine en zwarte veren.

Afmetingen

Volwassen merels meten ongeveer 24-25 centimeter in lichaamslengte met een vleugelspanwijdte van 34-38 centimeter. Hun gewicht varieert tussen 80 en 125 gram, waarbij mannetjes doorgaans iets zwaarder zijn dan vrouwtjes. Deze maatvoering plaatst hen in de categorie middelgrote zangvogels, groot genoeg om opvallend te zijn maar klein genoeg om wendbaar door dichte vegetatie te manoeuvreren.

Leefgebied en Verspreiding

Oorspronkelijk waren Nederlandse merels echte bosvogels die leefden in mogelijke bossen zoals dichte loofbossen en kreupelhout met een rijke onderbegroeiing van struiken en gevallen bladeren. Deze natuurlijke habitat bood ideale omstandigheden voor hun foerageergedrag en nestbouw in lage bomen en dichte heggen. Echter, deze opmerkelijke soort heeft een fascinerende transformatie ondergaan van schuw boswezen naar zelfverzekerde cultuurvolger.

Een nest van een merel, een beschermde inheemse vogelsoort, is gebouwd in een dichte haag en bevat drie blauwe eieren. Het vrouwtje broedt op deze eieren, terwijl de volwassen mannelijke merel in de buurt blijft om te zorgen voor bescherming.

In de moderne tijd leven merels voornamelijk in de menselijke omgeving en hebben zich volledig aangepast aan het leven in tuinen, parken, stedelijke gebieden en zelfs drukke stadscentra. Deze adaptatie is zo succesvol geweest dat ze nu een hogere dichtheid bereiken in stedelijke gebieden dan in hun oorspronkelijke boshabitat. Groene buitenwijken, met hun mix van tuinen, straatbomen en kleine parkjes, vormen ideale leefgebieden waar voedsel abundant is en nestgelegenheden volop aanwezig zijn.

De geografische verspreiding in Nederland is vrijwel complete – merels komen voor in alle provincies als standvogel. Ze hebben een sterke voorkeur voor gebieden met een combinatie van bomen voor nestbouw, struiken voor beschutting en open grasvelden waar ze kunnen foerageren naar regenwormen en insecten. Kunstmatige plekken zoals dakgoten, vensterbanken en zelfs open nestkasten worden soms gebruikt voor nestbouw, wat hun flexibiliteit en aanpassingsvermogen aan de menselijke omgeving demonstreert. In bijna elk Europees land komt de merel voor, met uitzondering van enkele landen zoals IJsland, waar de soort zeldzaam is.

Deze verspreiding strekt zich uit tot heel Europa, waar merels een van de meest wijdverspreide en talrijkste bezoekers zijn van stedelijke gebieden. In feiten zijn ze zo succesvol geworden in steden dat hun dichtheden daar vaak hoger liggen dan in natuurgebieden.

Voeding en Foerageergedrag

Merels zijn omnivoren met een dieet dat sterk varieert afhankelijk van het seizoen en de beschikbaarheid van voedsel. In stedelijke gebieden zoeken merels vaak voedsel op de grond, zoals bijvoorbeeld broodkruimels die door mensen worden aangeboden. Deze flexibiliteit in voedselkeuze heeft een belangrijke rol gespeeld in hun succes als cultuurvolger en verklaart hun vermogen om te gedijen in diverse habitats.

Merels foerageren meestal op de grond en hakken daarbij in de grond, waarbij ze mos en bladeren opwerpen op zoek naar voedsel.

Broedseizoen Voeding

Tijdens het broedseizoen, van half maart tot eind maart en daarna tot ver in de zomer, richten merels zich hoofdzakelijk op eiwitrijke voeding. Regenwormen vormen de basis van hun dieet in deze periode, aangevuld met verschillende insecten, slakken en andere kleine ongewervelden. Deze voedingskeuze is cruciaal voor het succesvol grootbrengen van hun jongen, die een hoge eiwitinname nodig hebben voor gezonde groei.

Wintervoeding

In de winter schakelen merels over naar plantaardig voedsel, waarbij bessen en fruit een groot deel van hun dieet uitmaken. Ze eten graag bessen van hulst, lijsterbes, vlier en andere struiken. Daarnaast consumeren ze zaden en noten die ze vinden in de natuurlijke omgeving. In stedelijke gebieden zijn ze niet vies van menselijk voedsel en komen regelmatig broodkruimels en andere etensresten eten die zij tegenkomen.als

Een volwassen merel, herkenbaar aan zijn zwarte verenkleed en lichte borst, zoekt tussen rottende bladeren naar insecten en wormen. Deze beschermde inheemse vogelsoort is een veelvoorkomende broedvogel in de groene buitenwijken van Nederland.

Foerageergedrag

Het foerageergedrag van merels is karakteristiek en makkelijk herkenbaar. Ze zoeken hoofdzakelijk op de grond naar voedsel door bladeren opzij te werpen met krachtige zijdelingse bewegingen van hun snavel. Dit gedrag is vooral opvallend in de herfst wanneer ze door rottende bladeren zoeken naar insecten en andere kleine prooi. Ze zijn ook bedreven in het graven in droog gras en het onderzoeken van composthoopen waar rijk voedsel te vinden is.

Deze grondbewonende zoekstrategie maakt hen tot waardevolle helpers in tuinen, waar ze helpen bij de natuurlijke omwoeling van de bodem en het verwijderen van schadelijke insecten. Hun rol in het ecosysteem strekt zich uit tot zaadverspreiding, waardoor ze bijdragen aan de verspreiding van planten en struiken.

Broedgedrag en Voortplanting

Het broedgedrag van merels is een fascinerend proces dat kenmerkend is voor hun aanpassingsvermogen en zorg voor het nageslacht. Het broedseizoen begint vroeg, vaak al eind maart, en kan doorlopen tot diep in de zomer, waardoor merels meestal twee tot vier broedsels per jaar kunnen grootbrengen. Nadat de jongen zijn uitgevlogen, begint het vrouwtje vaak snel aan een nieuw broedsel, wat zorgt voor een voortdurende reproductiecyclus binnen hetzelfde seizoen. Een koppel merels legt tussen de drie en de vijf eieren per legsel, meestal vier. De broedduur van merels is ongeveer 12 tot 15 dagen. Merels kunnen twee tot vier keer per jaar broeden, afhankelijk van de voedselbeschikbaarheid. Merels leggen meestal 4-5 eieren per nest, die in ongeveer 12-15 dagen worden uitgebroed.

Nestlocaties en Nestbouw

Merels bouwen hun nesten bij voorkeur in lage bomen, dichte struiken of grote heggen op een hoogte van één tot drie meter. Het vrouwtje is hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de nestbouw en construeert een stevig nest van droog gras, kleine twijgjes en mos, dat wordt verstevigd met modder en klei. De binnenkant wordt zacht bekleed met fijn plantaardig materiaal.

Interessant is dat merels ook kunstmatige plekken benutten voor nestbouw. Ze zijn waargenomen in dakgoten, op vensterbanken, in dichte klimop tegen gebouwen en zelfs in open nestkasten die eigenlijk voor andere vogels bedoeld zijn. Deze flexibiliteit in nestlocatie heeft bijgedragen aan hun succes in stedelijke omgevingen.

Eieren en Uitbroeding

Een typisch legsel bestaat uit drie tot vijf blauwgroene eieren met donkere vlekken. Het vrouwtje broedt gedurende twaalf tot vijftien dagen op de eieren, waarbij ze slechts korte onderbrekingen neemt voor voedsel. Tijdens deze periode zorgt het mannetje voor bescherming van het territorium en waarschuwt met zijn luide alarmroep bij naderende gevaren.

Opvoeding van de Jongen

Nadat de jongen zijn uitgekomen, blijven ze ongeveer drie weken in het nest voordat ze uitvliegen. Beide ouders delen de verantwoordelijkheid voor het voeren van de jongen, waarbij ze continu insecten en regenwormen aanslepen. Jonge vogels worden voornamelijk gevoerd met eiwitrijk voedsel, essentieel voor hun snelle groei. Eieren en jongen bij het nest kunnen in deze periode echter ten prooi vallen aan roofdieren zoals katten en kraaien, omdat de nesten vaak makkelijk te vinden zijn.

Een volwassen merel voedt een jonge merel met een regenworm, terwijl ze zich bevinden in een groene buitenwijk omringd door lage bomen en struiken. Deze beschermde inheemse vogelsoort, bekend om zijn zwarte verenkleed en lichte borst, is een van de talrijkste broedvogels in Nederland.

Na het uitvliegen blijven de jongen nog enkele weken afhankelijk van hun ouders voor voedsel, terwijl ze leren foerageren en de gevaren van hun omgeving leren herkennen. Deze periode is kritiek, omdat jonge merels een hoge sterfte hebben door predatie door katten, andere vogels, en verkeerslachtoffers.

Het vermogen van merels om meerdere broedsels per jaar groot te brengen compenseert deze hoge sterfte en houdt de populatie stabiel, ondanks de vele bedreigingen waar zij mee geconfronteerd worden.

Zang en Communicatie

De zang van merels behoort tot de meest herkenbare en gewaardeerde vogelzangen in Nederland. Hun melodieuze, gevarieerde fluitende zang vormt een essentieel onderdeel van het voorjaar en vroege zomersoundscape en speelt een cruciale rol in hun territoriale en paringsgeneigd.

Zangkarakteristieken

De heren zijn virtuoze zangers met een repertoire dat bestaat uit fluiterige melodieën afgewisseld met meer complexe frases. Hun zang is opgebouwd uit verschillende delen: heldere fluittonen, gevolgd door meer gecompliceerde trillers en af en toe een zachte, bijna mompelende overgang. Elke mannetje heeft zijn eigen unieke repertoire, dat hij ontwikkelt door imitatie van andere merels en door improvisatie.

Zangtijden en Locaties

Merels zingen vooral intensief in de vroege ochtend en tijdens de schemering vanaf een hoog punt zoals de top van een boom, dak of andere prominente plek. Deze zangsessies kunnen uren duren, waarbij het mannetje zijn territorium markeert en potentiële partners probeert aan te trekken. Tijdens het hoogtepunt van het broedseizoen kunnen merels zelfs ‘s nachts zingen, vooral in stedelijke gebieden waar kunstmatige verlichting hun natuurlijke ritmes beïnvloedt.

Alarmroepen en Communicatie

Naast hun melodieuze zang hebben merels een uitgebreide collectie alarmroepen en contactgeluiden. De bekendste is hun scherpe “tsjik-tsjik-tsjik” alarmroep, die wordt gebruikt om andere vogels en hun eigen soortgenoten te waarschuwen voor gevaren zoals katten, roofvogels of andere bedreigingen. Deze luide alarmroep is vaak het eerste teken dat er ergens in de buurt gevaar dreigt.

Een volwassen mannelijke merel zingt luid vanaf een hoge plek in een boom, omringd door groene bladeren. Deze beschermde inheemse vogelsoort, bekend om zijn zwarte verenkleed en lichte borst, is een van de talrijkste broedvogels in Nederland.

Imitatiegedrag

Een fascinerend aspect van merelzang is hun vermogen tot imitatie. Merels kunnen telefoongerinkel, fluitsignalen, alarmsystemen en zelfs geluiden van andere vogelsoorten perfect nabootsen en in hun eigen zang integreren. In stedelijke gebieden zijn gevallen bekend waarbij merels het geluid van autoalarmen, bouwmachines en andere moderne geluiden hebben geïmiteerd en permanent in hun repertoire hebben opgenomen.

Deze imitatievaardigheden demonstreren niet alleen hun intelligentie, maar ook hun vermogen om zich aan te passen aan de steeds veranderende akoestische omgeving van moderne steden.

Bedreigingen en Natuurbescherming

Hoewel merels als talrijkste broedvogel in Nederland relatief talrijk zijn, staan zij bloot aan verschillende bedreigingen die hun populaties kunnen beïnvloeden. Het begrijpen van deze bedreigingen is essentieel voor effectieve beschermings- en beheerstrategieën.

Het Usutuvirus

Een van de meest ernstige bedreigingen voor Nederlandse merels is het Usutuvirus, een ziekteverwekker die oorspronkelijk uit Afrika stamt. Sinds 2016 heeft dit virus uitbraken veroorzaakt in Nederland en België, met dramatische gevolgen voor lokale vogelpopulaties, met name merels. Het Usutuvirus veroorzaakte grote sterfte onder name merels, maar ook onder andere vogelsoorten zoals kauwen en vinken in Europa en Azië.

Het virus wordt overgedragen door muggen en veroorzaakt neurologische stoornissen bij geïnfecteerde merels, waaronder verlammingen, disoriëntatie en coördinatiestoornissen. Geïnfecteerde vogels vertonen vaak abnormaal gedrag, zoals het niet kunnen wegvliegen wanneer ze worden benaderd, trillen en verlies van evenwicht. De ziekte leidt tot een hoge sterfte onder geïnfecteerde populaties.

De impact van het Usutuvirus op Nederlandse merelpopulaties was aanzienlijk. Tussen 2015 en 2018 daalde het gemiddelde aantal merels per tuin van 2,5 naar 1,5, een daling van 40% die direct werd toegeschreven aan dit virus. Hoewel de populatie zich sindsdien enigszins heeft hersteld, blijft het virus een constante bedreiging, vooral tijdens warme zomers wanneer muggenactiviteit hoog is.

Andere Bedreigingen

Natuurlijke vijanden spelen een belangrijke rol in de mortaliteit van merels. Roofvogels zoals de sperwer, havik en buizerd prederen regelmatig op volwassen merels, terwijl huiskatten een van de grootste bedreigingen vormen, vooral voor jonge merels die net het nest hebben verlaten. Studies tonen aan dat katten jaarlijks miljoenen vogels doden, waaronder een aanzienlijk aantal merels.

Voor nesten en jongen vormde verschillende andere dieren een bedreiging. Wezels, eekhoorns en kraaien plunderen regelmatig nesten en eten eieren of jongen. Klimaatverandering speelt ook een rol, met extremere weersomstandigheden die broedcycli kunnen verstoren en voedselschaarste kunnen veroorzaken.

Menselijke activiteiten creëren aanvullende bedreigingen. Habitatverlies door stedelijke ontwikkeling vermindert beschikbare broedgebieden, terwijl lichtvervuiling in steden het natuurlijke dag-nacht ritme van merels kan verstoren, wat leidt tot nachtelijk zingen en verminderde broederij.

Een volwassen merel drinkt uit een ondiepe waterschaal in een groene tuin, omringd door droog gras en lage bomen. Deze beschermde inheemse vogelsoort is een van de bekendste vogels in Nederland en komt vaak voor in menselijke omgevingen.

Juridische Bescherming

Merels genieten uitgebreide juridische bescherming onder zowel nationale Nederlandse wetgeving als Europese regelgeving. Als beschermde inheemse vogelsoort vallen zij onder de Nederlandse Omgevingswet en de Europese Vogelrichtlijn, wat hen beschermt tegen verstoring en vervolging.

Wettelijke Status

Volgens de Nederlandse wetgeving is het verboden om merels te vangen, te vervoeren of te verhandelen zonder de juiste vergunningen. Deze bescherming geldt ook voor hun nesten, eieren en jongen. Het verstoren van broedende merels tijdens het broedseizoen van maart tot juli is strafbaar en kan resulteren in boetes.

De Europese Vogelrichtlijn, die in 1979 werd aangenomen, heeft als doel de bescherming van alle wilde vogelsoorten in Europa, inclusief merels. Deze richtlijn verplicht lidstaten om maatregelen te nemen voor het behoud van vogelhabitats en het voorkomen van activiteiten die broedpopulaties kunnen schaden.

Uitzonderingen en Beperkingen

Hoewel merels beschermd zijn, bestaan er beperkte uitzonderingen. Het houden van een merel als kooivogel is onder strikte voorwaarden toegestaan, maar vereist specifieke vergunningen en moet voldoen aan welzijnseisen. Deze praktijk wordt echter afgeraden vanwege het wilde karakter van merels en hun behoefte aan grote territoriale ruimtes.

Voor landbouwers en tuinders bestaan er bepaalde uitzonderingen wanneer merels schade veroorzaken aan gewassen, maar deze moeten altijd worden gemeld en goedgekeurd door de betreffende autoriteiten.

Merels Helpen in de Tuin

Tuineigenaren kunnen een belangrijke rol spelen in het behoud en ondersteunen van lokale merelpopulaties. Door gerichte maatregelen te nemen, kun je je tuin transformeren tot een ideale habitat voor merels en bijdragen aan hun behoud.

Voeding Aanbieden

Het aanbieden van geschikt voedsel kan merels helpen, vooral tijdens voedselschaarste in de winter en vroege lente. Strooi bessen, stukjes appel, peer en rozijnen op de grond, bij voorkeur onder struiken waar merels zich veilig voelen. Gedroogde meelwormen zijn een uitstekende eiwitbron, vooral waardevol tijdens het broedseizoen wanneer ouders intensief voedsel zoeken voor hun jongen.

Vermijd het voeren met brood of andere bewerkte voedingsmiddelen, deze hebben weinig voedingswaarde en kunnen zelfs schadelijk zijn. Plaats het vogelvoer altijd op de grond, aangezien merels van nature bodemfoerageerders zijn en zich het meest comfortabel voelen wanneer ze op gewone wijze kunnen zoeken naar eten.

Nestgelegenheid Creëren

Behoud en plant dichte struiken en heggen die ideale nestlocaties bieden voor merels. Klimop tegen muren en schuttingen vormt uitstekende broedplekken, evenals dichte coniferen en loofbomen met veel vertakking. Laat deze begroeiing relatief ongestoord, vooral tijdens het broedseizoen van maart tot juli.

Vermijd het snoeien van heggen en struiken tijdens de broedperiode. Plan tuinonderhoud buiten het broedseizoen om verstoring te minimaliseren. Open nestkasten worden soms gebruikt door merels, hoewel zij doorgaans de voorkeur geven aan natuurlijke nestlocaties.

Waterverschaffing

Plaats een ondiepe waterschaal of vogelbad in je tuin voor drinken en baden. Merels zijn dol op baden en dit helpt hen hun veren in goede conditie te houden. Zorg ervoor dat de waterschaal niet dieper is dan 5 centimeter en plaats hem bij voorkeur onder beschutting van struiken, waar merels zich veiliger voelen.

Vervang het water regelmatig om de verspreiding van ziekten te voorkomen en houd de waterschaal schoon.

Een volwassen mannelijke merel in een ondiepe waterschaal, omringd door groene planten en bladeren. Deze beschermde inheemse vogelsoort is een veelvoorkomende verschijning in de Nederlandse buitenwijken, waar hij vaak voedsel zoekt en zich vermaakt.

Tuininrichting

Creëer een natuurlijke tuin met verschillende vegetatielagen: bomen voor zangposten en nestbouw, struiken voor beschutting en broedgelegenheid, en open grasvelden waar merels kunnen foerageren naar regenwormen en insecten. Vermijd het gebruik van pesticiden en kunstmest, deze kunnen schadelijk zijn voor merels en verminderen de beschikbaarheid van insecten die cruciaal zijn voor hun dieet.

Laat delen van je tuin “wild” groeien – rottende bladeren en compost trekken insecten aan die voedsel vormen voor merels. Een composthoek is een uitstekende voedselsbron waar merels graag naar wormen en insecten zoeken.

Kattenmaatregelen

Huiskatten vormen een significante bedreiging voor merels, vooral voor jonge vogels. Overweeg het gebruik van een halsband met belletje om katten minder effectief te maken als jagers. Houd katten binnen tijdens de vroege ochtend en late avond wanneer vogels het meest actief zijn, en zeker tijdens het broedseizoen wanneer onervaren jonge merels bijzonder kwetsbaar zijn.

Door deze relatief eenvoudige maatregelen toe te passen, kun je een belangrijke bijdrage leveren aan het behoud van Nederlandse merelpopulaties en genieten van de aanwezigheid van deze charismatische zangvogels in je eigen tuin.

Merels zijn meer dan alleen mooie zangvogels – ze zijn essentiële onderdelen van ons ecosysteem die helpen bij zaadverspreiding, insectenbeheersing en bodemventilatie. Door bewust om te gaan met hun behoeften en bedreigingen, kunnen we ervoor zorgen dat toekomstige generaties ook kunnen genieten van hun melodieuze zang en levendige aanwezigheid in onze Nederlandse tuinen en steden.

Veelgestelde vragen

Voorbeeldvraag

Voorbeeldantwoord.

De waardering van thebirdfamily.nl/ bij WebwinkelKeur Reviews is 9.7/10 gebaseerd op 365 reviews.
WhatsApp